In dit eerder gepubliceerde artikel van De Psycholoog beschrijven Vivienne de Vogel en Kasia Uzieblo dat ook vrouwen huiselijk geweld plegen en gaan ze in op de weerstand in de maatschappij om vrouwen als pleger én om mannen als slachtoffer te zien van huiselijk geweld.
‘Waarom komen vrouwen minder in beeld als dader dan mannen? Het verschil tussen de officiële justitie-gegevens en de (epidemiologische) onderzoeken naar partnergeweld heeft zeer waarschijnlijk te maken met de ernst van het toegebrachte letsel door mannen en met een verminderde aangiftebereidheid van mannen (Van der Knaap & Bogaerts, 2010). Partnergeweld door vrouwen is doorgaans anders van aard, namelijk vaker psychisch of verbaal (kleineren, schelden, controleren) en minder vaak fysiek met ernstig letsel of de dood tot gevolg (Lysova et al., 2019; Stöckl et al., 2013). Wanneer mannen gewelddadig naar hun partner zijn, is het doorgaans frequenter en ernstiger van aard en zij worden dan ook vaker officieel veroordeeld.
Een tweede verklaring voor het verschil met de officiële cijfers is de aarzeling en schaamte bij mannen om aangifte te doen of hulp te zoeken wanneer zij slachtoffer worden.’
Lees in het artikel in De Psycholoog waarom mannen aarzeling en schaamte ervaren om naar voren te treden als slachtoffer om en waarom er weerstand is om vrouwen als pleger van huiselijk geweld te zien.
Hoe de Covid-19 pandemie het stereotype denken over huiselijk geweld nog duidelijker blootlegt
Huiselijk geweld leek sterk toe te nemen tijdens de Covid-19 pandemie. Wat opvalt in de berichtgeving, is dat er stelselmatig wordt uitgegaan van mannelijke daders en vrouwelijke slachtoffers. Is dit wel terecht?