Bij de Topklas kies je uit overtuiging voor klinisch werk én wetenschappelijk onderzoek

Interview met Prof. dr. Jos Egger en prof. dr. Hanna Swaab

7 oktober 2024
 

Prof. dr. Hanna Swaab en prof. dr. Jos Egger

‘Wat ik fijn vind aan de Topklas is dat je uit overtuiging ervoor mag kiezen om je op meerdere terreinen te ontwikkelen. Dat is een overtuiging die lange tijd not done was’, aldus prof. dr. Hanna Swaab (Universiteit Leiden). Swaab en prof. dr. Jos Egger (Radboud Universiteit) richtten in 2017 de Stichting Topklas op, waarbij de RINO Groep de organisatie verzorgt. Beiden zijn zij hoofdopleider van zowel de KP- als de KNP-opleidingen bij hun respectievelijke opleidingsinstellingen, daarnaast zijn ze de hoofdopleiders van de Topklas. Egger: ‘Specialistisch werken en ontwikkelen door één methode grondig toe te passen is een beperkt idee. Specialiseren doe je door te leren in verschillende settings en door een brede opleiding op alle terreinen. Dat is mogelijk bij de Topklas.’

De Topklas is er voor talentvolle psychologie- en pedagogiekstudenten die opgeleid willen worden tot specialist en geïnteresseerd zijn in wetenschappelijk onderzoek. In een traject van zes jaar volgen zij de basis GZ-opleiding met aansluitend de opleiding tot klinisch psycholoog (KP) of klinisch neuropsycholoog (KNP). Daarnaast worden zij opgeleid tot klinisch-wetenschappelijk onderzoeker en doen zij hun promotieonderzoek. Swaab: ‘Het voordeel van dit gecombineerde traject is dat je niet hoeft te kiezen. Het onderzoek dat je doet is nauw verbonden met de klinische praktijk. Je blijft in de flow van je studie en omdat je meteen kiest voor het specialistenperspectief ben je specialist voor je dertigste. Volg je de indirecte doorstroom dan heb je te maken met wachttijd.’


Excellente professionals

De Topklas is bedoeld voor kandidaten met de kenmerken van een excellente professional (zie het profiel voor deelnemers Topklastraject), met de ambitie om zich op meerdere terreinen te onderscheiden. ‘Het is een verticale groep. De instroom is jaarlijks maximaal zo’n acht personen,’ vertelt Egger. ‘Tijdens het Topklastraject trek je op met gelijkgestemden, met dezelfde interesses en uitdagingen. Ieder leert van de mensen die verder in het traject zijn. Ze kunnen met elkaar sparren en elkaar ondersteunen. ‘Hoe doe jij de dingen, wat houdt jou bezig?’ Dat werkt goed en zorgt voor onderlinge verbinding. Er wordt veel van de deelnemers gevraagd, maar dat past bij hun wens om dit gecombineerde werk te willen doen.’

Voordelen van een Topklasplek

Deelnemers aan het Topklastraject volgen dus de GZ-opleiding plús een specialistenopleiding én zij doen een promotietraject. Daarnaast worden extra onderdelen aangeboden. ‘Een belangrijk onderdeel van Topklas is  intervisie. Ook volgen deelnemers twee masterclasses per jaar. Dat doen ze op de locaties bij de deelnemende hoogleraren en praktijkopleiders. Alle Topklassers krijgen dan de gelegenheid om rond te kijken in de instelling waar de andere Topklassers werkzaam zijn,’ zegt Swaab. ‘Verder vieren we elk jaar de geboortedag van de Topklas, de Dies Natalis. Dat doen we in de vorm van een conferentie, waar we de nieuwe studenten welkom heten, de laatstejaars hun onderzoek presenteren en de diploma’s worden uitgereikt. Tijdens het  2-jaarlijkse meerdaagse seminar en de jaarlijkse Scientist Practitioner Inspiratiedag worden lezingen gegeven en workshops gehouden.’ Daarnaast presenteren Topklassers op het jaarlijkse specialistencongres.

De Topklas bestaat inmiddels ruim zeven jaar en is algemeen bekend bij de praktijkopleidingsinstellingen. ‘De praktijkopleidingsinstellingen zien de voordelen van het aanbieden van een Topklasplek. Er is een nauwe samenwerking met kennisinstellingen en je kunt je als werkgever profileren met een academische uitstraling. Zo trek je talentvolle toekomstige specialisten in de klinische psychologie en klinisch neuropsychologie aan, die makkelijk kunnen leren en alles tegelijk willen en kunnen,’ benoemt Egger.

Aandacht voor leiderschap en management

Welke ontwikkelingen zien beide hoofdopleiders als het gaat om zowel de Topklas als de Topklassers? Swaab merkt op dat er meer aandacht is voor de professionalisering van leiderschap en management. ‘Topklassers kunnen fungeren als denktank en opiniemakers als het gaat om bepaalde vraagstukken. Ze leveren input en dragen bij aan de ontwikkeling van het vakgebied zelf. Daar oefenen ze mee tijdens de opleiding en ze blijven daarna in die hoedanigheid beschikbaar. Topklassers voelen zich verantwoordelijk voor de kwaliteit van de zorg, zij laten zich zien en van zich horen. Wij zien in de praktijk dat dat goed op gang is gekomen.’

Egger benoemt het academisch-klinisch ideaal; dat je als gepromoveerd specialist naast onderwijs geven ook patiëntenzorg verricht en je maatschappelijke betrokkenheid toont. ‘Dat ontwikkelen zij tijdens de opleiding en ze gaan daar na de afronding van de Topklas mee door.’ Beiden zien alumni op toonaangevende posities werken in universiteiten en grote ggz-instellingen, in de combinatie van patiëntenzorg, beleid en management. ‘Sommigen zijn actief in opleidingenland vanuit de motivatie ‘wat je hebt ontvangen, kun je doorgeven’.

Behoefte aan verbinding

Beiden zien ook dat de Topklas voorziet in de behoefte aan verbinding tussen klinisch werk en wetenschappelijk onderzoek. ‘Het idee leeft breed dat die kloof bestaat en de Topklas overbrugt deze,’ licht Egger toe. Swaab vult aan: ‘De Topklas is er voor mensen die dit ambiëren, zo’n vijf procent van de specialisten die opgeleid worden. Het vraagt om een infrastructuur en samenwerking tussen instellingen en universiteiten. Inmiddels zijn deze ontstaan en structureel ingebed. Er zijn volop plekken waar het Topklastraject goed gefaciliteerd wordt, geografisch verspreid over Nederland, bij verschillende universiteiten en een waaier aan instellingen.’


 

Benieuwd naar de Topklas?