Hoofdopleider dr. Katrien van de Vijfeijken zwaait af: ‘De groei van zorgprofessionals geeft me nog steeds energie’

Interview met dr. Katrien van de Vijfeijken

30 november 2021
 

dr. Katrien van de Vijfeijken

Helemaal weg bij de RINO Groep gaat ze niet, maar hoofdopleider dr. Katrien van de Vijfeijken legt haar functie neer en gaat met pensioen. Een gesprek over verleden, heden en toekomst van het beroepenveld.

Van de Vijfeijken werkte de afgelopen veertig jaar als klinisch psycholoog en psychotherapeut, was tot 1 maart jongstleden chef de clinique van het LUBEC-Ambulatorium van de Faculteit Sociale Wetenschappen van de Universiteit Leiden, directeur van de Stichting PDBO Randstad en als hoofdopleider GZ-Kind & Jeugd en Orthopedagoog-Generalist (OG) verbonden aan de RINO Groep. ‘Een tijd waarin ik de zorg gigantisch heb zien veranderen. Toen ik begon, rekenden cliënten na een sessie een rijksdaalder af. Gz-psychologen en OG’ers bestonden nog niet, er kwamen nieuwe therapiestromingen op gang. Pas als ik terugblik, zie ik hoe ontzettend groot de ontwikkelingen zijn geweest’, zegt ze.

Artikel 3

Een belangrijke ontwikkeling waar Van de Vijfeijken zelf recent nog bij betrokken was, is de erkenning van de Orthopedagoog-Generalist als artikel 3-beroep. ‘Dat onze inspanningen daar mede toe hebben geleid, is zeker iets waar ik bij stil heb gestaan. Deze formele erkenning van de OG benadrukt de gelijkwaardigheid van orthopedagoog-generalisten en GZ-psychologen. Qua kennis, kunde en expertise doen OG’ers immers niet onder voor de andere artikel 3-beroepen. Ik hoop dat er op het gebied van bekostiging voor OG-opleidingsplaatsen ook snel meer gelijkwaardigheid komt; er is nu nog geen bekostigingssysteem zoals voor GZ-psychologen in opleiding. Dat is gezien de jonge leeftijd van de OG’er als artikel 3-beroep niet raar, maar moet wel echt veranderen.’

'Je leert op veel manieren, door opleidingen en cursussen te doen, maar ook door werkbegeleiding en supervisie te krijgen. En: je leert van alle cliënten die je in je loopbaan treft. Leren is onmiskenbaar verbonden aan je werk als hulpverlener'

Katrien van de Vijfeijken

Herregistratie

Ook op het gebied van herregistratie binnen de artikel 3-beroepen zou Van de Vijfeijken graag nog nieuwe ontwikkelingen zien. ‘Werkervaring is bij herregistratie als GZ’er of OG’er het enige criterium, en dat is toch een beetje raar. Leren en ontwikkelen is van levensbelang voor de kwaliteit van zorg, juist in deze beroepsgroepen’, stelt zij. ‘Ik verwacht dan ook dat leren en ontwikkelen ook herregistratie-eisen zullen worden. Een leven lang leren is nu heel expliciet een thema binnen de zorg, iets wat ik zelf altijd als vanzelfsprekend heb gezien. Je leert op veel manieren, door opleidingen en cursussen te doen, maar ook door werkbegeleiding en supervisie te krijgen. En: je leert van alle cliënten die je in je loopbaan treft. Leren is onmiskenbaar verbonden aan je werk als hulpverlener.’ 

Trots

Dat maakt ook dat Van de Vijfeijken iedere diplomering van een Gz-psycholoog of orthopedagoog-generalist vol trots beleeft. ‘Het is steeds een moment waarop je als opleider formeel stilstaat bij het afronden van een bijzonder opleidingstraject van een professional. Ik vind het mooi om te zien hoe mensen aan de startstreep staan, en hoe ze zich ontwikkelen gedurende het traject. Vooral van de combinatie opleiden, werken in de klinische praktijk en wetenschappelijk onderzoek doen kon ik erg genieten. Drie aspecten die elkaar prachtig versterken via de kennis waarmee elk aspect is verbonden; ontzettend waardevol voor alle orthopedagogen en psychologen in opleiding tot Gz-psycholoog of tot orthopedagoog-generalist. Maar ook voor mezelf als klinisch psycholoog/psychotherapeut.’

Supervisie

Deze mix van werkzaamheden zal ze gaan missen, denkt Van de Vijfeijken. ‘Wel blijf ik voorlopig betrokken bij het opleiden van mensen. Zo geef ik nog onderwijs op het gebied van persoonlijkheidsonderzoek bij kinderen en jeugdigen, en verzorg ik samen met een collega meerdere keren per jaar een supervisorencursus voor psychotherapeuten.’ Daarnaast blijft ze deel uitmaken van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg en de Commissie Buitenlands Gediplomeerden. ‘Tevens blijf ik supervisie geven. Het begeleiden van professionals en hun groei mee mogen maken, blijft me plezier en energie geven. Daarnaast is het fijn om mijn werkzaamheden geleidelijk te kunnen afbouwen, in plaats van een grote knip te maken.’

‘Het zou mooi zijn als beide opleidingen en beroepsgroepen gaan voor meer gezamenlijkheid, een wij-gevoel. Ook naar buiten toe.’

Katrien van de Vijfeijken

Wij-gevoel

Van de Vijfeijken blijft naast haar werkzaamheden de ontwikkelingen op opleidingsvlak met interesse volgen. ‘De doorontwikkeling van de governancestructuur voor de artikel 3-beroepen bijvoorbeeld, en de voortzetting van de Entrustable Professional Activities (EPA’s) vind ik erg belangrijk voor de toekomst van de opleidingen. Maar ook de mogelijke verbreding van de Adaptieve Psychologische Vervolgopleidingen (APV), door niet alleen te praten over de psychologische vervolgopleidingen maar óók over de pedagogische vervolgopleidingen’, somt ze op. ‘Het zou mooi zijn als beide opleidingen en beroepsgroepen gaan voor meer gezamenlijkheid, een wij-gevoel. Ook naar buiten toe.’

Vertrouwen

Voor Van de Vijfeijken zelf is het nu tijd de rol van hoofdopleider achter zich te laten. ‘Ik draag de BIG-stokjes met veel vertrouwen over aan mijn opvolgers prof. dr. Maretha de Jonge, hoofdopleider van de GZ-opleiding en hoofdopleider van de OG-opleiding, en dr. Anika Bexkens, waarnemend hoofdopleider voor de GZ-opleiding. Ik wens hen veel succes met deze inspirerende en boeiende taak, met als kernmissie jonge collega’s op te leiden tot kundige professionals voor het zorgveld en op die manier bij te dragen aan de kwaliteit van zorg.’

Prof. dr. Maretha de Jonge over de OG-opleiding: ‘Orthopedagoog-generalisten worden in de opleiding telkens uitgedaagd zich te verwonderen over wat ze doen’