Gz-psycholoog Coen Völker lanceert videoserie over angst na kanker
Interview met Coen Völker
‘Veel mensen snappen wel dat angst voor de terugkeer van kanker heel normaal is. Maar weinig mensen hebben het gevoel dat ze er iets mee kunnen - het hoort erbij voor hun gevoel. De ervaring leert dat er meer mogelijk is dan je denkt.’ Coen Völker is werkzaam als gz-psycholoog bij het Helen Dowling Instituut en heeft een psychologenpraktijk waar hij zich vooral richt op supervisie en onderwijs. Zo is hij docent bij de RINO Groep waar hij cursussen geeft over mindfulness in medische setting en angst na kanker. Tussen zijn werkzaamheden door vindt hij tijd voor het schrijven van boeken, artikelen en het opnemen van een podcastserie, alle met als speerpunt: hoe om te gaan met angst voor de terugkeer van kanker. Zijn meest recente project is een 18-delige YouTube serie: Angst na Kanker, waarin hij in gesprek gaat met verschillende zorgprofessionals en ex-kankerpatiënten.
Wanneer je jouw cv bekijkt, kun je stellen dat het onderwerp, angst met betrekking tot kanker, jouw fascinatie heeft gevangen. Wat is hiervan de oorsprong?
‘De oorsprong is vrij pragmatisch. In 2006 ben ik gaan werken voor het Helen Dowling Instituut. Na een aantal jaar bleek dat er heel weinig literatuur beschikbaar was over angst voor de terugkeer van kanker, terwijl bijna al mijn cliënten daar last van hadden - in meerdere of mindere mate. Dus ik dacht: misschien moeten we gewoon een begin gaan maken. Met mijn collega’s Marije van der Lee en Anette Pet schreven we in 2011 ons eerste Nederlandse artikel. Ik wilde materiaal creëren waarbij toepasbaarheid hoog in de hiërarchie stond. Een brug slaan tussen de wetenschap en de klinische praktijk, zodat mensen na het lezen van een artikel of het volgen van een dagcursus bij de RINO Groep direct handvatten hebben om patiënten die angst ervaren voor de terugkeer van kanker beter te kunnen helpen.’Angst voor kanker kun je beschouwen als een zwaar onderwerp. Je werkt veel met zieke patiënten en mensen die ziek zijn geweest. Hoe ga je hier zelf mee om?
‘Er is natuurlijk een hoop verdriet. Een deel van mijn patiënten gaat dood. Zo is afgelopen vrijdag nog een cliënt van mij overleden. Dat is heel verdrietig, maar aan de andere kant is het ook deel van hoe het leven in elkaar steekt. Nu is verdriet op zich geen reden om naar een psycholoog te gaan. Angst, posttraumatische stress, extreme vermoeidheid, relatie- en gezinsproblemen en somberheid zijn echter problemen die mensen flink in de weg kunnen zitten. Ik denk dat een psycholoog kan bijdragen aan het verminderen van deze problemen. In die zin voel ik dat het werk dat ik doe nuttig is. Dat nuttigheidsprincipe helpt mij. En het is gelukkig ook zo dat er een hoop gelachen wordt in de gesprekken en groepstherapieën. Het leven is meer dan het besef dat het eindig is. Ik denk dat ruimte maken voor vreugde, liefde en compassie belangrijk is. Het is wel intens om met patiënten in de oncologie te werken. Dat is ook de reden dat ik niet vijf, maar drie dagen per week met mijn cliënten werk. De overige dagen gebruik ik voor onderwijs en supervisie.’Je hebt een podcastserie opgenomen en recent een Engels boek geschreven (Fear of Cancer, 2021) met een 5-stappenmodel waarin uiteengezet wordt hoe om te gaan met de angst voor de terugkeer van kanker. Nu lanceer je op YouTube een videoserie met interviews over dit onderwerp. Hoe kwam je op het idee om dit te doen? En welk doel had je voor ogen?
‘Inmiddels heb ik zo’n 200 zorgprofessionals mogen trainen aan de hand van dit 5-stappenmodel. Het heeft mij doen realiseren dat er al zoveel kennis in Nederland en België is over angst in de oncologie. Wanneer je nagaat wat het traject van een kankerpatiënt is, dan is vaak de eerste stop de huisarts, omdat er bijvoorbeeld iets eigenaardigs in het lichaam wordt gevoeld. Vervolgens is er contact met een medisch specialist, een verpleegkundige, wellicht een geestelijk verzorger, een medisch maatschappelijk werker, een POH-GGZ, een psycholoog. Alle hulpverleners in die keten hebben iets bij te dragen aan het verminderen van angst voor de terugkeer van kanker of angst voor progressie. Zodoende wilde ik iets creëren wat zowel toepasbaar als inspirerend is. Zodat zorgprofessionals na het bekijken van een interview een aantal toepassingen hebben die ze de volgende dag meteen kunnen gebruiken met hun cliënten.’'Ik denk dat het helpt als we van elkaar weten wat we doen met betrekking tot die angst. De schotten tussen de beroepsgroepen mogen wel wat transparanter.'
Coen Völker