'Samenhang tussen trauma en persoonlijkheidsproblemen is een uitdaging voor de ggz'
Interview met Martijn Stöfsel
Martijn Stöfsel is als klinisch psycholoog/psychotraumatherapeut werkzaam in zijn eigen praktijk. Hij is van mening dat persoonlijkheidsproblemen voortvloeien uit coping met vroegkinderlijk trauma. Bij de behandeling zou daarom zowel aandacht aan de huidige problemen als aan traumaverwerking besteed moeten worden. Deze visie beschreef hij samen met Trudy Mooren in het boek ‘Trauma en persoonlijkheidsproblematiek’. Hieruit voortvloeiend biedt hij nu ggz-behandelaren de kans om zich op dit complexe terrein breder te laten scholen met de nieuwe vervolgcursus cognitieve gedragstherapie ‘Trauma en persoonlijkheidsproblematiek’ die hij geeft bij de RINO Groep.
‘Behandeling van persoonlijkheidsproblemen moet een combinatie zijn van verwerken van vroegkinderlijk trauma én aanleren van adequatere coping’
Martijn Stöfsel
‘Ook geef ik cursussen over trauma en CGT, onder meer bij de RINO Groep. In de nieuwe vervolgcursus Cognitieve gedragstherapie ‘Trauma en persoonlijkheidsproblematiek’ geef ik ggz-behandelaren handvatten om met cliënten zowel aan trauma als aan persoonlijkheidsproblemen te werken. Ik wil die twee werelden samenbrengen voor een betere behandeling.’
Wat levert deze vervolgcursus de cursisten op?
‘De vervolgcursus zorgt ervoor dat ggz-behandelaren zich zekerder voelen in het behandelen van deze complexe doelgroep. Het geeft meer inzicht in hoe persoonlijkheidsproblemen en vroegkinderlijk trauma samenhangen. Een persoonlijkheidsstoornis kenmerkt zich door problemen op allerlei gebieden. Bijvoorbeeld relatieproblemen, verslavingsproblematiek, werkeloosheid, enzovoort. De cursus biedt tools om daar beter grip op te krijgen en structuur in aan te brengen.Borderline is goed te behandelen, maar het is veel schipperen tussen de problemen in het nu en de ellende uit het verleden. Als de cliënt veel gedoe en gelazer in zijn of haar huidige leven heeft, is dit wellicht geen goed moment om te gaan werken aan het vroegkinderlijke trauma. Maar traumaverwerking moet wel steeds de intentie van de behandeling zijn. Deze vervolgcursus helpt de behandelaar beter af te wegen wanneer er wel, en wanneer er – even – niet aan traumaverwerking gewerkt kan worden.’