Verslaving in de ggz
Mensen met een verslaving zijn volgens Batalla niet anders dan andere patiënten in de ggz. Een groot deel (40%) van de patiënten in de ggz heeft zelf een verslaving of ooit een verslaving gehad. Als je de rokers daarbij optelt, is dat zelfs 60-70% van de patiënten. ‘Wat wel anders is’, vertelt Batalla Cases: ‘Is dat mensen met een verslaving vaak meer en ernstigere klachten ervaren en vaker terugvallen. Bovendien lijkt de behandeling minder goed te werken. Daardoor hebben deze patiënten vaak een slechtere prognose en kwaliteit van leven.’‘Aan de andere kant’, vervolgt Batalla Cases: ‘Als de verslaving goed behandeld wordt, kan de prognose juist heel gunstig zijn. Vaak spelen de comorbide en het gebruik van middelen als luxerende en onderhoudende factor van het psychisch leiden.’ Tijdens de behandeling is het dan ook cruciaal om de ontwenningsverschijnselen van de verschillende middelen te herkennen, meent Batalla Cases. Deze overlappen namelijk vaak met psychische klachten – denk aan angst, depressie of psychose. Bovendien kunnen bij onvoldoende behandeling complicaties optreden, zoals insulten bij alcoholonthouding.