‘Diagnostiek is geen doel op zich, maar een wezenlijk onderdeel van de hulpverlening aan mensen met psychische problemen. Het is niet genoeg om vast te stellen wat die problemen veroorzaakt of in stand houdt. Een goede diagnosticus moet de lijn kunnen doortrekken van ‘wat is er aan de hand?’ naar ‘wat moet er nu gebeuren?’. Met een goede classificatie en diagnostische beschouwing lever je zo een substantiële bijdrage aan een goede behandeling. Als diagnosticus moet je ook in staat zijn om een wetenschappelijk onderbouwd advies te geven.’
'Een goede diagnose kan mensen helpen de omslag te maken van onmacht naar kracht'
Interview met Coen Metze
‘Een goede diagnosticus moet de lijn kunnen doortrekken van ‘wat is er aan de hand?’ naar ‘wat moet er nu gebeuren?’, vertelt Coen Metze, hoofdopleider van de Postmaster opleiding diagnostiek bij kinderen en jeugdigen. In dit interview vertelt hij wat belangrijk is voor goede diagnostiek en hoe deze opleiding professionals in de ggz daarbij helpt.
Waarom is diagnostiek zo belangrijk?
‘De opzet van de opleiding vond ik heel mooi. Breed aanbod qua onderwerpen, divers en van hoog niveau! Ook vond ik de opdrachten over het algemeen erg goed en passend bij de literatuur en lesdagen.’
Oud-deelnemer
Waarom die aandacht voor de wetenschappelijke onderbouwing?
‘Ik hamer daar zo op omdat we in de psychologie nu eenmaal nooit honderd procent de garantie kunnen geven dat een bepaalde behandeling de oplossing is voor een bepaald probleem. Door te werken met de laatste wetenschappelijke inzichten kun je de kans dat je adviezen juist blijken echter wel vergroten. Aan praktijkervaring heb je dus niet genoeg: om je vakkennis en vaardigheden op peil te houden met actuele wetenschappelijke inzichten en instrumenten, is scholing onontbeerlijk.’Wat zijn belangrijke eigenschappen voor een diagnosticus?
‘Openstaan voor nieuwe informatie en willen blijven leren zijn belangrijk. Verder moet je voor dit vak nieuwsgierig zijn, gestructureerd kunnen werken, een analytische instelling hebben en graag puzzelen. Maar je moet ook kunnen aansluiten bij de ander, of dat nu je cliënt is of je collega. Enerzijds is het belangrijk om die anderen de ruimte te geven voor het delen van informatie. Anderzijds zul jij je conclusies moeten formuleren op een manier die voor hen inzichtelijk en toetsbaar is, zodat je ze kunt meenemen in het diagnostisch proces. Dan kunnen mensen volgen, accepteren en leren van wat jij doet.’
‘Dankzij de goede literatuur en de opdrachten moest je je kennis direct toepassen en liep je tegen dingen aan die je in de les kon vragen. Hele fijne manier om te leren.’
Oud-deelnemer
Wat maakt deze opleiding zo uniek?
‘Voordat we ons verdiepen in specifieke aspecten van het werken met kinderen en jeugdigen, besteden we veel aandacht aan de manier waarop het diagnostisch proces verloopt en hoe je het handelingsgericht maakt. Je vergroot dus eerst je algemene diagnostische vaardigheden, en daarna je vaardigheden op specifieke deelgebieden. Zo leer je bijvoorbeeld hoe je rekening houdt met de ontwikkelingsfasen van kinderen, hoe je systemisch kijkt en hoe je werkt met jongeren met een lichte verstandelijke beperking. Op al deze deelgebieden krijg je les van gespecialiseerde docenten.’Waarom is deze opleiding blended?
‘Bij een blended opleiding wisselen we klassikale lesdagen af met verdiepende leeractiviteiten in onze online leeromgeving, die je tussen de lesdagen uitvoert in je eigen werkomgeving. Denk hierbij aan praktijkopdrachten maken, videocasuïstiek bekijken en beoordelen, en samen met je collega-deelnemers presentaties voorbereiden. Hierdoor is er tijdens de klassikale bijeenkomsten veel ruimte om je vaardigheden te oefenen, kennis verder te verdiepen en praktijkervaringen te bespreken. Je hele leerproces wordt tussentijds getoetst met een portfolio dat je tijdens je opleiding vult met casus-deelopdrachten en zelfreflectie op de leerdoelen. Dit alles resulteert in een overkoepelende reflectie op je diagnostische vaardigheden, met als basis de diagnostische cyclus.’
‘Inhoudelijk heel sterk, veel goede docenten, veel wetenschappelijke onderbouwing en veel praktijkopdrachten en oefeningen.’
Oud-deelnemer
‘Wat levert de opleiding je op?
Aan het eind van de opleiding sta je veel zelfverzekerder in het diagnostisch proces. Je hebt dieper inzicht in wat je doet en bent je bewust van de valkuilen, waardoor die hanteerbaar zijn. Als je bijvoorbeeld eenmaal bekend bent met het risico van confirmation bias, de neiging om informatie te zoeken, interpreteren en creëren die aansluit bij je hypothese, en tegenstrijdige informatie te negeren, kun je jezelf daarvoor behoeden.’Waarom vind jij diagnostiek zo’n mooi vak?
‘Dat ik anderen op weg kan helpen: of dat nou een cliënt is of een professional die met hem of haar verder werkt. Het is prettig voor hen als ik de puzzelstukjes op hun plek kan leggen en een beeld kan schetsen dat handvatten biedt voor de behandeling. Natuurlijk kun je lang niet altijd uitzicht op een oplossing bieden. Maar als het alleen al lukt om de cliënt inzicht te geven in wat er aan de hand is, geeft mij dat veel voldoening. Dan zie je mensen de omslag maken van onmacht naar kracht.’