Bij de ingang van de supermarkt aan de Overtoom raakte ik in gesprek met de verkoper van de Amsterdamse straatkrant Z! Toen ik mijn winkelwagentje terugzette, stond hij weer naast me en zei dat hij mijn boodschappen naar buiten wilde dragen. Hij hing de tassen kordaat aan mijn fietsstuur. Met een glimlach stapte ik op mijn fiets. ‘Dank je wel!’ zei ik. ‘Dag!’ zei hij. En hij liep weer terug naar zijn vaste standplaats bij de ingang van de supermarkt.
Alledaagse goedheid
La petite bonté noemt filosoof Emmanuel Levinas (1906-1995) dit. Oftewel: alledaagse goedheid. Deze kleine vorm van goedheid is belangrijker dan je denkt. Want een connectie met iemand maken en de ander écht zien is niet vanzelfsprekend. Ons vermogen geraakt te worden door een ander en zijn of haar situatie werkelijk te zien staat volgens Levinas op gespannen voet met een ander kenmerk van de mens, namelijk onze neiging om juist weg te kijken van de ander of de ander zelfs kwaad te doen.Ervaringen in een Duits kamp tijdens de Tweede Wereldoorlog zette een grote stempel op het denken van Levinas. In het kamp had hij aan den lijve ondervonden wat het betekent om niet écht gezien te worden. Alles was er daar op gericht geweest om hem zijn identiteit af te nemen. Op basis van deze ervaring ontwikkelde hij een nieuwe ethische filosofie; een die bij ‘de ander’ begint en niet zozeer bij ‘het ik’. Een waardig en moreel goed mens is volgens Levinas iemand die de ander en het appèl dat de ander op ons doet écht ziet, zonder vooringenomenheid. Zijn achterliggende gedachte: pas in relatie tot de ander komen wij als mens tot ontplooiing.