(Schijn)werkelijkheid

6 februari 2019
 

Hedda van 't Land

Directeur RINO Groep

In deze blog vertelt Hedda over de mogelijkheden van virtual reality (VR) en over haar eigen ervaring met VR

‘Wat ben je aan het doen?’, vraag ik mijn dochter.
‘Ik sta bij een dinosaurus en loop er nu onder door!’ antwoordt ze.
Van haar oppas had ze een kartonnen Virtual Reality-bril gekregen die precies op een smartphone past. Ik kon mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen en zette de bril ook even op mijn neus. Ik koos ‘de achtbaan’, werd virtueel omhoog getakeld, beleefde een vrije val, verloor mijn evenwicht en greep me gauw vast aan de eettafel. 

Hoe laat ons brein zich voor de gek houden?
Het principe van virtual reality (VR) is eenvoudig: er worden twee verschillende beelden getoond, een voor elk oog. Daardoor heb je de illusie van 3D. En met iedere beweging van je hoofd beweegt het 360 graden-beeld mee. Voilà, VR.

Eerst profit, maar nu ook nonprofit…
Eerst was het vooral de gaming-industrie die VR inzette. Tegenwoordig vindt VR zijn weg naar veel meer sectoren, zoals het onderwijs en de zorg. Dat komt enerzijds omdat VR-producten (brillen, smartphones) betaalbaar zijn geworden en dus aantrekkelijker. Anderzijds stimuleert ook de overheid de inzet van slimme (informatie)technologie, waaronder virtual reality. Het ministerie van VWS heeft bijvoorbeeld laten onderzoeken of een VR-tour van Sobibór een bijdrage kan leveren aan de instandhouding en/of versterking van de herinnering aan de Holocaust bij scholieren en studenten.

Waar kun je virtual reality nu precies wel of juist niet voor inzetten?
Niet zozeer de technologie an sich is relevant, maar wel de achterliggende vraag waar je het voor wilt inzetten. Zo laten VR-toepassingen gericht op het behalen van gezondheidswinst goede resultaten zien. In het Wilhelminakinderziekenhuis in Utrecht kunnen zieke kinderen bij langdurig verblijf door middel van VR thuis een kijkje nemen. Ook blijkt uit onderzoek dat een patiënt minder pijn ervaart als hij gedurende een tandheelkundige behandeling in virtuele natuur kan verblijven. Recent onderzoek toont aan dat psychotici met extreme achterdocht, hun paranoia en angst kunnen overwinnen door te oefenen in VR-omgevingen. Na VR-therapie zijn ze minder bang, vermijden ze minder vaak sociale situaties en doen ze dingen die ze soms al jaren niet meer durfden, zoals met de bus reizen of naar de sportschool gaan. VR  zal denk ik voor een revolutie in de behandeling van angststoornissen zorgen. Immers, voor ‘exposure’ therapie hoef je straks niet meer de deur uit. Belangrijk dat wij hulpverleners alvast hiermee vertrouwd maken. Daarom organiseert de RINO Groep samen met CLeVR op 13 april een masterclass ‘Hoe gebruik je VR bij cognitieve gedragstherapie?’.

Eerlijk is eerlijk, op dit moment is onvoldoende duidelijk voor welke situaties het ondergedompeld zijn in een schijnwerkelijkheid als VR juist minder geschikt is. Sommige beelden en ervaringen via VR kunnen immers hard binnenkomen en misschien zelfs traumatiserend zijn. Want stel je eens voor hoe je het Achtuurjournaal ervaart met een VR-bril? Een item over Aleppo kan dan een indringende of zelfs traumatiserende gebeurtenis worden, in plaats van een informatief nieuwsitem. 

Hoe ziet de toekomst van virtual reality eruit?
Jaron Lanier  - de ‘founding father’ van VR - verwacht dat VR tot nieuwe manieren van communiceren zal leiden. Mensen zullen op afstand virtueel in een kamer met elkaar in gesprek kunnen gaan. Dat zal aanvoelen alsof iedere deelnemer zich werkelijk in dezelfde ruimte bevindt. Een soort 3D-Skype toepassing dus. Het kan zo makkelijker worden om vrienden in het buitenland virtueel ‘te bezoeken’ of om een groepsgesprek met ervaringsdeskundigen virtueel te houden. De verwachting is ook dat implanteerbare interfaces in de hersenen, oftewel ingrepen die het brein rechtstreeks verbinden met een computer, de VR-brillen uiteindelijk gaan vervangen. De grens tussen mens en machine zal dus steeds verder vervagen. En voor ons brein zal het dan écht een tour de force worden om te bepalen wat werkelijkheid en schijnwerkelijkheid is.

‘Mama, er rennen nu nog veel meer dinosauriërs op mij af’, roept mijn dochter.
Hoe traumatiserend is een schijnwerkelijk beeld van rennende dinosauriërs voor een kind eigenlijk, vraagt mama zich af.

​​​​​​​
Bronnen:

  • Rijksoverheid: 'Innovatie in medische hulpmiddelen'
  • Hogeschool van Amsterdam: 'VR-tour Sobibór'
  • Kees Ribbens, C. Rieffe, H. van Vliet, S. Wierenga & P. Verschure, Virtueel omzien naar de Holocaust: Evaluatie van het gebruik van Virtuele Realiteit in het onderricht van de geschiedenis van Sobibór en BergenBelsen. Report commisioned by the ministry of VWS (Amsterdam: NIOD 2017).
  • RIVM, VTV 2018: 'virtual reality en augmented reality'
  • Jaron Lanier (2017). Dawn of the New Everything: A Journey Through Virtual Reality.
  • The Lancet

 

Hedda van 't Land

Directeur RINO Groep